Poelgeest

Prijsvraagontwerp voor basisschool en woningen

De lokatie heeft drie specifieke begrenzingen: een straatgevel met een stedelijk karakter; een diagonale, onbebouwde doorsnijding van de wijk ter plaatse van de hoogspanningszone en de spoorlijn Amsterdam-Haarlem op een talud met een brede strook groen met een natuurlijk karakter. Uitgangspunt van het plan is om deze specifieke begrenzingen te accentueren. Aan de straat wordt een stedelijk, continu volume voorgesteld, waarbij woningen en school zich als een geheel presenteren. De hoogspanningszone wordt vormgegeven als een moerassig, groen gebied. Het overtollige regenwater wordt hier door de aanwezige rietvelden gezuiverd en geloosd op de bestaande sloten. De brede groene zone langs het spoor wordt de lokatie binnengehaald: bomenrijen zetten zich door in de gemeenschappelijke tuin en op het schoolplein. De inrichting van het openbaar en gemeenschappelijk groen is zoveel mogelijk hetzelfde: slechts een muurtje markeert de overgang. De bebouwing aan de spoorzijde is niet continu, zodat het groen via een reeks stappen diep het gebouw binnendringt: van openbaar naar prive, van grasveld cia schaduwtuin naar wintertuin. Ter plaatse van het speelplein voor de laagste groepen is de begrenzende muur hoger opgetrokken, zodat een meer beschutte plek ontstaat.

De basisschool

In het ontwerp voor de school is rekening gehouden met de ontwikkeling in het onderwijs om minder klassikaal les te geven en meer in kleine groepjes te werken. Kleuters zijn veel in de klas. Het klaslokaal is voor hen de belangrijkste plek in de school. Het schoolgebouw moet geborgenheid bieden en de mogelijkheid geven om de directe omgeving van het lokaal te verkennen. Daarom heeft de onderbouw een eigen ingang en grenzen de speelplaats en het speellokaal direct aan de twee klaslokalen. In de loop van hun ontwikkeling gaan de kinderen in steeds grotere kringen hun omgeving verkennen. Leerlingen uit de middenbouw en bovenbouw kunnen alleen of in kleine groepjes gebruik maken van de werknissen in de gang of een spreekbeurt voorbereiden in een hoek van het documentatiecentrum. Elke fase in de ontwikkeling van een basisschoolleerling heeft een plaats gekregen in het gebouw. Het deel voor de kleuters omvat twee klaslokalen en een speellokaal en heeft een besloten, van de straat afgekeerd karakter. Het deel van de oudere kinderen omvat zes klaslokalen en heeft een gymzaal en is meer open naar de buitenwereld. Het schoolplein is opgedeeld in een speelterrein voor de onderbouw en een schoolplein voor de midden- en bovenbouw. De lokalen zijn twee aan twee georganiseerd rondom een kern met kindertoiletjes.

Alle lokalen hebben eenzelfde bouwkundige opzet, de inbouw kan echter op verschillende wijzen worden ingevuld. De straatlokalen hebben een jassen- en tassenplek aan de gangzijde. Ook hebben zij een vensterbankhoogte van 70 cm waarop werkbladen aansluiten. De overgang naar de straat wordt vormgegeven door een brede bloembak. In de tuinlokalen kan een lage bank tussen lokaal en gang geplaatst worden aan de lokaalzijde. De tuinlokalen hebben een brede vensterbank op een hoogte van 50 cm en naar het speelplein openslaande deuren. Bij beide lokalen ligt een natte hoek in een nis. De gemeenschapsruimte is het hart van de school en kan met behulp van flexibele wanden worden samengevoegd met het speellokaal of met de gang, en kan voor avondgebruik worden afgesloten van de rest van de school.

De twee klassen van de onderbouw hebben een eigen entree in de doorgang tussen de school en wintertuin. Hier kunnen de ouders bij regen droog staan als ze hun kinderen komen ophalen. Groepjes leerlingen die onder begeleiding in hun schooltuintjes in de wintertuin gaan werken, kunnen de achteringang van de wintertuin gebruiken. De ruimten voor het team en de directie bevinden zich op de eerste verdieping. Het documentatiecentrum heeft de kenmerken van een echte bibliotheek. Door middel van een entresol zijn zoveel mogelijk plekken gecreeerd waar gelezen, gestudeerd of met computers gewerkt kan worden. Ook de gymzaal ligt op de eerste verdieping en is ook voor avondgebruik apart toegankelijk.

Energie en water zijn belangrijke thema's. Door kinderen de gelegenheid te geven een schooltuintje te onderhouden in de wintertuin wordt de functie van de wintertuin zichtbaar gemaakt. Het regenwater wordt zichtbaar, via een U-vormige regenafvoer en een wadi afgevoerd naar de waterpartij in de wintertuin en het riet- en biezenveld. De wadi zal vaak droogstaan, maar als het regent kunnen de kinderen de loop van het water volgen.

Woningen aan een winteruin

De woningen liggen aan weerszijden van een beglaasde wintertuin waarin bomen en struiken van mediterrane en subtropische origine zijn geplant. Aan de straatzijde vormen de woningen een aaneengesloten wand, aan de kant van de spoordijk zijn ze gegroepeerd in drie losse blokjes die de tuin insteken. De woningen aan de kant van het spoor hebben als woningentree een tuinkamer die uitkijkt op de wintertuin. De woonkamer en de slaapkamers zijn naar buiten gericht; de keuken heeft via de tuinkamer een relatie met de wintertuin. In de woningen aan de straatzijde zijn de woonkamer en de slaapkamers eveneens naar buiten gericht en zijn de keuken en de hobbykamer op de wintertuin georienteerd.De wintertuin speelt een belangrijke rol bij het beperken van het energiegebruik, en maakt bovendien gebruik van passieve zonne-energie. De daken in het project zijn begroeid met mossedum en de daglichtopeningen zijn zo gunstig mogelijk geplaatst met betrekking tot de zoninstraling. Ook worden diverse systemen als een gebalanceerd ventilatiesysteem met hoogrendement warmteterugwinning toegepast.